In de 19e eeuw waren er heel wat nieuwe uitvindingen. Zo werden er ook veel experimenten gedaan met elektriciteit. Men kwam erachter dat als geluidsgolven omgezet konden worden in een wisselende elektrische stroom, ook woorden via een draad verzonden konden worden. Uiteindelijk is de uitvinding van Graham Bell beschreven en wordt hij gezien als de uitvinder van het verzenden van geluidsgolven via elektriciteit. In die zelfde periode waren er al heel wat anderen tot dezelfde ontdekking gekomen.
Alexander Graham Bell
Alexander werd op 3 maart 1847 geboren te Edinburgh. Zowel zijn grootvader als zijn vader hielden zich bezig met taal en spraak. In dezelfde periode probeerde men machines te bouwen die de menselijke stem na konden doen. Von Kempelen bouwde de oudst bekende spraakmachine in 1789. Er werd in het begin weinig aandacht aan de nieuwe vindingen besteed, vooral ook omdat von Kempelen met andere uitvindingen geschoemeld had. Een betere spraakmachine werd in de 19e eeuw gebouwd door Sir Charles Wheatstone te Londen. In 1863 bezocht Bell samen met zijn vader deze Wheatstone om de mechanisch werkende stem te kunnen bestuderen. Hierna bouwde Alexander samen met zijn broer een eigen spraakmachine van hout, rubber en karton. In 1870 verhuisde Bell met zijn familie naar Canada. Daar werd hij leraar aan een doveninstituut te Boston. Tegelijkertijd ging hij door met zijn uitvindingen. Hij was ervan overtuigd dat het mogelijk moest zijn om stemgeluid d.m.v. een draad over te brengen. Hij gebruikte bij zijn experimenten zelfs een echt oor van een dode. Heel wat experimenten volgden, maar praten via een telefoon was tot dusver niet gelukt. In 1876 lukte het wel. Dit was louter toeval. Alexander had per ongeluk een fles met accuzuur om laten vallen en tegelijkertijd vroeg zijn assistent hem wat, terwijl hij in een andere kamer was. Hij kon hem toch letterlijk volgen via een vreemd uitziend apparaat. Dit was het begin van de ‘klank-telegraaf’. Tijdens oud en nieuw liet Bell zijn nieuwe uitvinding aan iederen zien. De jury was erg enthousiast!
Uiteindelijk begint Bell zijn eigen bedrijf: “The Bell Company”. In 1900 had dit bedrijf al meer dan 1 miljoen abonnees en lagen er al bijna 2 miljoen kilometer telefoonkabels die al 2 miljard gesprekken per jaar verwerkten.
Hoe werkt een telefoon?
Iemand bellen is heel simpel: je neemt de hoorn van de haak, draait het nummer en even later kun je praten met de andere persoon.
In een telefoon zit een kleine microfoon en een kleine luidspreker. Deze zijn afgestemd op de hoogte en diepte van de menselijke stem.
1. In het mondstuk doen geluidsgolven een membraam trillen. 2. Door de trillingen van het mebraam worden de ruimtes tussen de koolstofkorrels steeds groter en kleiner. 3. Door de afwisselende ruimte tussen de koolstofkorrels ondervindt een elektrische stroom steeds een grotere en kleinere weerstand. 4. Via een draad bereiken die elektrische signalen het oor van de luisteraar. 5. In het oorstuk zit een luidspreker die de elektrische signalen omzet in geluid, door de stroom langs magneten te leiden. Deze laten een metaalplaatje trillen waardoor de stem hoorbaar wordt.