Als jij met iemand wilt communiceren doe je dat meestal door middel van geluid. Maar iemand die nooit heeft kunnen horen weet niet eens wat geluid is, dus dan wordt het moeilijk. Voor doven ligt een visuele taal daarom het meest voor de hand, een gebarentaal.
Net zoals Nederlands, Duits en Frans is gebarentaal een volwaardige taal. Op elke plaats waar groepen mensen woonden zijn gesproken talen ontstaan, op elke plaats waar groepen dove mensen woonden zijn gebarentalen ontstaan. Daarom zijn er dus ook een heleboel verschillende soorten gebarentalen. In Nederland wordt de Nederlandse gebarentaal gebruikt, ook wel NGT genoemd. Bijna alles kan in de NGT "gezegd" worden uitdrukkingen enz. In de NTG zijn ook nog verschillen net zoals je verschillende dialecten hebt. In totaal heeft Nederland 5 verschillende gebaren talen.
Braille
De Fransman Louis Braille is de ontwerper van het brailleschrift, een lees en schrijfsysteem voor blinden. Zelf was hij op ongeveer drie jarige leeftijd blind geworden door een ongeluk in zijn vaders werkplaats.
In 1819 ging Braille naar het Nationaal Instituut voor Blinde Kinderen in Parijs. Daar werkten ze met een speciaal ‘nachtschrift’ dat normaal in het leger gebruikt werd om boodschappen in het donker door te geven. Braille vond deze manier onduidelijk en begon op zin 15de met een eigen blindenschrift. Op zijn 19de had hij een goed bruikbaar schrift af. Hij had het veel eenvoudiger gemaakt dan het nachtschrift en in zijn schrift was het ook mogelijk om hoofdletters, leestekens en andere aanduidingen te gebruiken.
Het schrijven in braille gebeurt van rechts naar links, zodat bij omkering van het papier de bobbeltjes van links naar rechts gelezen kunnen worden. Een geoefende braillelezer kan vrijwel even snel lezen als een ziende.
Vlaggentaal
Vlaggentaal is zowel een alfabetisch als een begripsschrift: de vlag bijvoorbeeld die voor 'W' gebruikt wordt, betekent ook: 'ik heb doktershulp nodig'. In vlaggentaal zijn (met ongeveer 60 vlaggen en wimpels) zowat 40.000 signalen mogelijk. De kombinatie 'C' + 'N' (betekent ja & nee) is een overduidelijk noodsein.
A: alpha: er is een duiker beneden; houd afstand van mij en vaar langzaam.
B: bravo: ik laad, los of vervoer gevaarlijke stoffen.
C: charlie: ja, het antwoord is bevestigend.
D: delta: houd vrij van mij; ik kan moeilijk manoeuvreren.
E: echo: ik verander koers naar stuurboord.
F: foxtrot: ik ben ontredderd / lamgeslagen; stel u met mij in verbinding.
G: golf: ik heb een loods nodig. (bij vissers:) ik ben bezig netten in te halen.
H: hotel: ik heb een loods aan boord.
I: india: ik verander koers naar bakboord.
J: juliet: ik sta in brand en heb gevaarlijke lading aan boord; houd goed vrij van mij. ik lek gevaarlijke lading.
K: kilo: ik wens met u in verbinding te treden.
L: lima: (in de haven:) dit schip is onder quarantaine. (op zee:) u moet uw schip onmiddellijk stoppen.
M: mike: mijn schip ligt gestopt en maakt geen vaart door het water.
N: november: nee, het antwoord is ontkennend.
O: oscar: man overboord.
P: papa: (in de haven:) alle opvarenden moeten aan boord komen, tijd van afvaart. (op zee, door vissers:) mijn netten zijn vastgeraakt aan een obstakel.
Q: quebec: mijn schip is gezond en ik verzoek practica (er zijn geen besmettelijke ziekten aan boord, ik wil toestemming om de haven in te varen).
R: romeo (in de codebetekenis is deze vlag vervallen.) - - -
S: sierra: ik sla achteruit (de motor draait volle kracht teruguit).
T: tango: houd vrij van mij, ik ben bezig met de spanvisserij.
U: uniform: u stuurt een gevaarlijke koers.
V: victor: ik heb medische hulp nodig. W: whiskey: ik heb hulp nodig.
X: x-ray: let op seinen van mij.
Y: yankee: ik sleep mijn anker over de grond.
Z: zulu: ik heb een sleepboot nodig. (bij vissers:) ik ben bezig netten uit te zetten.
Rooksignalen
Rooksignalen werden vroeger vooral door de Indianen gebruikt, het was een handige manier om vanaf een afstand de andere Indianen te waarschuwen voor bijvoorbeeld gevaar. Vooral Indianen uit de vlakten in het zuidwesten van Amerika. Daar is de hemel normaal gesproken helder en konden de rooksignalen van veraf gezien worden. Het waren echter heel simpele signalen.
Een korte rookpluim betekende bijvoorbeeld de aanwezigheid van een vijandelijke groep. Als dit signaal dan snel herhaald werd, betekende dit dat de vijand met velen was en goed bewapend was.